Is vuurwerk echt zó leuk dat het jaarlijks tientallen miljoenen schade aan huizen, auto’s en straatmeubilair, honderden gewonden en gemiddeld 1 dodelijk slachtoffer rechtvaardigt? De meeste Nederlanders vinden van niet!
(Door: John Francken)
Dat steeds meer Nederlanders af willen van de vuurwerktraditie in z’n huidige vorm blijkt onder andere uit het Vuurwerkmanifest, waarin wordt gepleit voor een verbod op consumentenvuurwerk. Het manifest is tot nu toe ondertekend 1180 organisaties en 51.500 particulieren. Vorig jaar waren dat nog 900 organisaties en 31.000 particulieren. Tegen dat het 1 januari 2018 is kan er wel eens sprake zijn van een verdubbeling van het aantal ondertekenaars ten opzichte van vorig jaar.
Eerder deze maand bleek deze tendens ook al uit een onderzoek van het NH Panel (van NH Nieuws) waar de meerderheid van de deelnemers aan het onderzoek zich duidelijk uitsprak voor een algeheel verbod op consumentenvuurwerk. Daarbij gaf 90 procent van de 800 respondenten aan in meer of mindere mate overlast te ervaren van het vuurwerk.
Aanslag op onszelf
Uit deze cijfers zou je kunnen concluderen dat men zo langzaam maar zeker begint in te zien dat het aan pure waanzin grenst dat we jaarlijks onze eigen ramp aan het organiseren zijn. Als er vandaag de dag een aanslag zou plaatsvinden in Nederland waarbij 1 dode zou vallen, 500 mensen gewond zouden raken en er voor tientallen miljoenen euro’s schade aan gebouwen en auto’s zou worden veroorzaakt, zou heel Nederland op z’n kop staan!
Het zou (terecht!) wereldnieuws zijn. De verantwoordelijk minister zou op ’t matje geroepen worden, politici zouden elkaar in de media verdringen om te melden welke veiligheidsmaatregelen allemaal genomen zouden moeten gaan worden en de Inlichtingen- en Opsprongsdienst zou nog meer privacyondermijnende bevoegdheden afdwingen. Het zou meteen een ‘eitje’ zijn om de ‘Sleepwet’ er doorheen te jagen.
Vuurwerk is dan weliswaar geen aanslag, maar de cijfers die ik hiervoor noem zijn wel het jaarlijkse gemiddelde als gevolg van het afsteken van consumentenvuurwerk. Je zou eigenlijk kunnen spreken van ‘een aanslag op onszelf’. Alleen blijft het bij deze ‘aanslag’ nog stil aan het politieke front, ondanks het feit dat belangrijke organisaties nu ook nadrukkelijk de noodklok luiden.
Gevaarlijkste moment van het jaar
Zo kwam eerder deze maand de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) met een rapport waarin zij pleiten voor een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen. De Raad noemde de jaarwisseling zelfs ‘het gevaarlijkste moment van het jaar’ met rond de tienduizend incidenten variërend van mishandelingen tot branden, waarbij 40% van die incidenten vuurwerkgerelateerd zou zijn.
De mening van de OVV sluit aan bij die van de burgemeesters van de vier grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) die het vuurwerk in hun stad het liefst beperkt zien tot een grote professionele vuurwerkshow, georganiseerd door de gemeenten.
Toch was het, kort na de presentatie van het rapport van de Onderzoeksraad, onze nieuwe minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus die zich naar de microfoon van de NPO haastte om te melden dat iedereen deze jaarwisseling nog gewoon zijn pijltjes en rotjes kon afsteken. En ook de politieke partijen meldden vooralsnog geen voorstander te zijn van een algeheel verbod op consumentenvuurwerk en het debat over een verbod op vuurpijlen en knalvuurwerk naar 2018 te willen doorschuiven. Uitzondering daarop vormden de Partij voor de Dieren en GroenLinks, die al jarenlang pleiten voor een verbod op consumentenvuurwerk.
Nog één jaar een ‘knalfeest’
Overmorgen gaat ’t dus weer helemaal los. Volgens schatting van de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland gaat er weer voor zo’n 70 miljoen euro de lucht in. Daarbij is dan nog niet opgeteld het vuurwerk dat illegaal wordt verkocht, in het buitenland wordt aangeschaft en ‘zwart’ over de toonbank gaat. En op 1 januari kunnen we dan weer de balans opmaken waarvan we eigenlijk nu al weten waar die op uit gaat komen: een heleboel mensen- en dierenleed.
Brandbaar thema voor politieke partijen
Uit alle geluiden die doorklinken uit de maatschappij zouden we kunnen concluderen dat het dit jaar mogelijk de laatste keer is dat er vuurpijlen en knalvuurwerk mag worden afgestoken. Alleen zal dat pas bespreekbaar zijn ná de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018. Want vóór die tijd lijkt geen politieke partij (behalve dan de Partij voor de Dieren en GroenLinks) z’n handen te willen branden aan vuurwerk.
