Wapengekletter met Ivanhoe, Willem Tell, Thierry La Fronde en Floris

21 okt , 7:00 Blogs en columns
5i5a7366 kopieren
Wim Meijer Fotografie
Vandaag 63 jaar geleden, op 21 oktober 1961, maakte het Nederlandse televisiepubliek voor de eerste kennis met de dappere kruisridder Ivanhoe en zijn schildknaap Gurth.
(tekst: Wim Meijer) 
Vanaf die dag zaten alle jochies van 5 tot 12 bijna drie jaar lang wekelijks een half uur met rode koontjes op de bank, om daarna zelf het zwaard ter hand te nemen en de buurt onveilig te maken. Laat ik ’t weten! Ik heb wat klappen uitgedeeld… en ontvangen.
Niet meer van deze tijd
We mogen vandaag de dag nu en dan onze bedenkingen hebben over het onbegrensde computergebruik en de ontembare gamezucht van de jeugd, toch vraag ik me af hoe er tegenaan gekeken zou worden als, net als ruim een halve eeuw geleden, opeens alle straten weer bevolkt zouden zijn met cowboytjes, indiaantjes en ridders.
Hoe blij zou men ervan worden als het geknal van de klapperpistooltjes weer door de wijken zou klinken en als onze jongste generatie weer stevige duels zou uitvechten met plastic zwaarden en pijl en boog. Misschien dat we die computer dan toch nog niet zo’n slecht alternatief vinden. Want, hoe het komt, komt ‘t: op straat spelen met wapentuig lijkt niet meer van deze tijd.                   
Ridder en jonkvrouwe anno 2024
Wim Meijer Fotografie
Ridder en jonkvrouwe anno 2024
Zwaardgevechten
Zoals ik al zei: Een halve eeuw geleden leek niemand daar mee te zitten. Jongetjes speelden nu eenmaal met pistooltjes, pijl en boog en zwaarden. Volstrekt ongevaarlijk! Doodschieten? Dat kon helemaal niet! Nou ja, het kon wel, maar net als Super Mario had je een ontelbaar aantal levens, dus niets aan de hand. Alleen die zwaarden, dat lag toch een beetje anders. Als je namelijk werd ‘doodgeschoten’ met een klapperpistooltje dan voelde je daar niet veel van, maar een mep met een plastic zwaard kon, hoe speels ook uitgedeeld, behoorlijk hard aankomen. Gelukkig bleek ik in de praktijk een ‘getalenteerd’ zwaardvechter en was ik meestal degene die mijn opponent in tranen achterliet. Niet zelden had dat tot gevolg dat mijn ouders later wat sociale nazorg moesten verlenen om de gemoederen in de buurt tot rust te brengen.
Wim Meijer Fotografie
Invloed televisie
Oorzaak van deze ‘verruwing’ van de toenmalige jeugd: de televisie! Sinds het ‘kijkkastje’ aan het begin van de zestiger jaren zijn intrede deed in onze huiskamers werd de jeugd opeens getrakteerd op series, waarin het gebruik wapentuig niet altijd werd geschuwd. En ja, goed voorbeeld doet goed volgen, en dus verplaatste het ‘slagveld’ na de uitzendingen zich al snel naar de straat.
Ivanhoe
De toon werd vooral gezet in 1961 toen voor de eerste keer Ivanhoe ons beeld kwam binnenrijden na eerst tweemaal luid galmend te zijn aangekondigd: ‘I-van-hoeeeeee’, ‘I-van-hoeeeeee’. Wat begon met een vriendelijk optocht met Roger Moore op kop in de rol van de dappere kruisridder, mondde per definitie iedere aflevering uit in een stevig robbertje vechten.
En dat het er lang niet altijd even zachtzinnig aan mag blijken uit het feit dat ook Roger Moore, gedurende de opnames van de in totaal 39 afleveringen, het herhaaldelijk fysiek zwaar te verduren kreeg. Zo kreeg hij een trap van een paard, kreeg een snee in zijn hand door een slagzwaard, liep drie gebroken ribben op door de lans van een onvoorzichtige collega-acteur en werd hij zo hard met een strijdbijl op zijn helm geslagen dat hij buiten westen raakte.
Meer uit de Middeleeuwen
Vanaf 21 oktober 1961 tot de laatste aflevering op 25 juli 1964 zat ik wekelijks 30 minuten lang aan de buis gekluisterd om mijn ‘inspiratie’ voor de komende week op te doen. En gelukkig was het na die drie jaar allemaal nog niet afgelopen. Integendeel! Ook aan de film- en televisiemakers was het succes van Ivanhoe niet onopgemerkt voorbijgegaan, dus stortte men zich vol enthousiasme op nieuwe producties die zich afspeelden in de Middeleeuwen. En dat bleef niet beperkt tot alleen Engels-Amerikaanse series zoals Wilhelm Tell en Robin Hood, maar ook andere landen pakten hun graantje mee.
Thierry La Fronde
Vanaf 22 januari 1967 kwam de nieuwe held uit Frankrijk in de persoon van Thierry La Fronde, ofwel Thierry de Slingeraar. Waar in andere series de strijd werd beslecht met pijl en boog en het zwaard, hanteerde Thierry een slinger waarmee hij zijn tegenstanders bekogelde. Hoe vindingrijk! En dat vond de jeugd ook, want er is in die jaren ook op straat heel wat ‘afgeslingerd’. Maar Thierry La Fronde had nòg iets, wat Ivanhoe niet had: Die knappe, vriendelijk ogende Franse jongen bleek een enorme aantrekkingskracht te hebben op jonge meisjes, waardoor de serie nu niet alleen door strijdlustige jongetjes werd bekeken maar ook door wegzwijmelende tienermeisjes, die volledig ‘verslingerd’ raakte aan die Franse equivalent van Robin Hood.
En toen kwam Floris
Dat ook Nederland niet kon achterblijven was duidelijk. Dus besloot Carel Enkelaar, toenmalig directeur van de NTS, om het voorbeeld van de Engelsen, Amerikanen en Fransen te volgen en ook een Nederlandse ridderserie te maken. Het werd Floris; een serie gemaakt door regisseur Paul Verhoeven met in de hoofdrol een nog piepjonge Rutger Hauer. Het bleek een schot in de roos, want heel Nederland keek naar Floris en Sindala, wekelijks bijna 3,5 miljoen mensen. En ook hier bleek de serie bij meisjes minstens zo populair als bij jongens.
Ondanks het succes kende de serie slechts 12 afleveringen. En dat had alles te maken met het feit dat Paul Verhoeven weliswaar een groot ‘regisseur in wording’ was, maar van ‘financieel beheer’ geen kaas had gegeten.
Nadat hij in zijn enthousiasme zijn budget met 300% had overschreden besloot de NTS om de stekker uit de productie te trekken, waarmee het doek viel voor ‘de riddertijd’ op de televisie.