De organisatoren van de Heineken Dutch Grand Prix op het Circuit Zandvoort hebben de media uitvoerig bijgepraat over de vorderingen van de verbouwing door Volker Wessels op het Zandvoortse circuit. Wie nu op de racebaan komt, ziet dat wat ooit een circuit is geweest veranderd is in een bouwterrein.
(tekst: Jaap Koper)
Gevoel
Als iemand aan mij vraagt met wat voor gevoel ik rondloop op het Circuit Zandvoort, dan is die wel behoorlijk ambivalent. Of in gewoon Nederlands…Een gemengd gevoel. Aan de ene kant zie ik al op de toegangsweg dat het voormalige gebouwtje Van Rob Slotemaker is verdwenen. Ook het Restaurant de La Course is niet meer. Als ik door de tunnel naar het binnenterrein van het circuit loop, is het één en al bedrijvigheid. Zware voertuigen en vrachtwagens die de grond van de ene plek verplaatsen naar de andere plek. Grond die vrijkomt, omdat er op een aantal plekken de baan een nieuwe laag asfalt krijgt en dat enkele bochten de nodige veranderingen onder gaan.
Eerste Formule 1 race
Waar ik loop, is dichtbij de plek waar ik ooit als jochie van negen mijn eerste Formule 1 race heb gezien. Dichtbij Tunnel West heb ik kunnen zien, hoe James Hunt andermaal de Grand Prix weet te winnen in 1976. Mijn favoriet Niki Lauda is er niet bij, omdat die nog moet herstellen van de zware brandwonden bij het ongeluk op de roemruchte Nürburgring eerder in de zomer. Die lay out is verdwenen, met een stuk vanaf het Scheivlak tot aan het Bos Uit, waarbij het rechte stuk nog een heel lang recht stuk is geweest.
Flessenhals
De route die ik loop is ook anders. Waar ik eerst door de flessenhals heen moet lopen, mag ik nu met een door pilonnen gemarkeerde route door de ingang van de voormalige pitsstraat lopen. Je moet wel goed zoeken, want alle vangrails vanaf dat punt tot aan het eind van de pitsstraat is verdwenen. De wegenbouwer houdt niet van halve maatregelen. Dat wordt binnen ook duidelijk als alle aanwezigen uit de mediawereld worden bijgepraat over de vorderingen op het Circuit Zandvoort. Circuitdirecteur en Dutch Grand Prix directeur Robert van Overdijk vertelt wat er allemaal is gebeurd.
Interessant
Het meest leuke verhaal wat ik eigenlijk hoor is, hoe het idee is ontstaan om de Arie Luyendijkbocht om te gaan vormen naar een kombocht. Erik Weijers vertelt dat hij van de inmiddels overleden FIA baas Charlie Whiting te horen krijgt dat in deze bocht de uitloopstroken minder gewenst zijn. De vangrail moet er dichter op staan, omdat de impact dan minder heftig is, als een rijder er af schiet, over een strook heen schiet en dan de vangrails in duikt. Het brengt Niek Oude Luttikhuis op een idee. Waarom geen kombocht? Vanaf dat moment zijn de mensen van het Circuit Zandvoort daarover gaan nadenken en hebben in Jarno Zafelli van Dromo iemand gevonden die dat idee verder wil gaan uitwerken.
Scalextric
Met het verhaal van de toekomstige kombocht aan Mannenzaken redacteur Mick Boskamp antwoordt deze dat hij die ooit een Scalextric baan heeft gehad en daar ook zo’n kuipbocht heeft aangebracht. Het is jeugdsentiment, want je kunt zelf de bocht zo steil maken als jezelf wilt. Dat moet ontwerper Zafelli van Dromo ook hebben gedacht na het briljante idee van Oude Luttikhuis om daar nu juist een kombocht aan te leggen. Alleen is het nu geen elektrische racebaan, maar komt zo’n bocht er nu echt en krijgt hij ook de naam van een tweevoudig winnaar van de Indy 500. Beter kan eigenlijk niet, maar daar zijn de meesten het wel over eens.
Hard gewerkt
Dat er hard wordt gewerkt, blijkt wel uit de aanvraag voor de evenementenvergunning die het Circuit Zandvoort heeft gedaan bij de gemeente Zandvoort. Die ligt al op het bureau van de ambtenaren met allerlei documenten die nodig zijn om het evenement te organiseren. Daar ligt ook een mobiliteitsplan bij, alhoewel daar nog aan gesleuteld mag worden, omdat er nog vijf maanden te gaan zijn. Het is zoals circuitdirecteur en Dutch Grand Prix directeur Robert van Overdijk ook zegt, dat hij en zijn mensen niet alle wijsheid in pacht hebben. Bij het maken van het mobiliteitsplan is ook gekeken naar bijvoorbeeld festivals en hoe bezoekers daar naar toe gaan. Voor een deel hebben de organisatoren van de Dutch Grand Prix dat ondervangen door een gerichte enquête te houden.
Discussie
Wat misschien ook wel een keer prettig is geweest, dat er even geen discussie is geweest over de manier waarop de verbouwing van het Circuit Zandvoort in gang is gezet. Er wordt vooruit gekeken naar een evenement wat in mei 2020 moet gaan plaatsvinden. Toch wil de Dutch Grand Prix er de meest ‘groene’ Grand Prix van de kalender gaan maken. De discussie die nu is gevoerd heeft volgens Jan Lammers al tot iets positiefs geleid, zoals de spoorverbinding. In een groepje met Zandvoortse mediamensen zegt Lammers ook dat het voor onze kinderen ook daardoor prettig is. ,,Want jullie hebben allemaal kinderen”, zegt Lammers. Hij kijkt mij aan en zegt: ,,Alleen Jaap niet”. Hij legt nog even als een soort grote broer een hand op mijn schouder en kijkt mij een twinkeling in de ogen aan. Typisch Lammers die net als ik ook uit een groot gezin komt en uit een normaal Zandvoorts gezin komt.
Slot
Ik heb de mogelijkheid om nog even op pad te gaan met de bus, maar ik zie er in alle bescheidenheid er vanaf. Teveel mensen met camera’s en bij de gedachte dat je bijna op elkaar gestapeld zit in een oude Amerikaanse schoolbus, besluit ik maar naar Bernie’s te lopen. Ik kijk daarbij ook over het gedeelte achter het pitsgebouw. Ook daar hebben bouwlieden de grond behoorlijk omgewoeld. Als ik binnenkom, praat ik nog even wat na, om daarna weer te vertrekken over dezelfde weg waar ik over ben gekomen. Diep van binnen voel ik mij als Zandvoortse jongen trots op wat er gebeurd in dit dorp en hier op het circuit, waar ik een flink deel van mijn voetsporen heb liggen. Ik kijk in de richting van de hoofdtribune. Alles is verdwenen, maar straks ligt er weer een baan die weer een tijdje voort kan.
